Wij leven in een buurtje waar de
bewoners zelf meebetalen aan een aantal collectieve voorzieningen. We
hebben een fantastische publieke ruimte met schommels, een
vuurplaats, zitjes en een zandbak. Dat kan allemaal als je
gezamenlijk geld bij elkaar legt en bereid bent de handen uit de
mouwen te steken. Zo helpen bewoners eens in het half jaar in het
weekend om het buurthuis schoon te maken. In het voorjaar zijn er
gezamenlijke tuinwerkochtenden en omdat je zo elkaar leert kennen
zijn dat ook leuke gezamenlijke bezigheden. Veel samen doen heeft
veel voordeel, maar lastig is het om dan de individuele rechten in
het oog te houden.
Collectief besluiten is moeilijk
Dingen collectief doen is leuk,
maar het nemen van besluiten is lastig. Op vergaderingen wordt
geprobeerd besluiten te nemen die kunnen rekenen op de steun en
acceptatie van iedereen. Ik maak onderscheid tussen steun en
acceptatie, want soms accepteer je dat de meerderheid iets anders wil
dan jij. Zo zou ik het prima vinden als mijn buren de regenpijp rood
zouden verven, maar anderen hebben daar vergaand bezwaar tegen. Zij
bewaren liever meer eenheid in uitstraling.
Veel gaat op vrijwillige basis: wie in
de tuin wil werken doet dat, wie iets anders wil bijdragen doet iets
anders en wie niets wil, doet niets, Maar de financiƫn zijn niet op
vrijwillige basis: anders liften mensen gratis mee, in economische
termen: free riders. En het afdwingen van eenheid in het
uiterlijk is ook zoiets. Dat weet je van tevoren als je in de
Kersentuin woont, maar je ziet toch dat het collectief iets afdwingt
van het individu. Het is net de landelijke politiek.
Besluiten die aan individuele rechten raken
Maar het nemen van besluiten over die
collectieve zaken die aan rechten van individuen komen is lastig. Zo
geeft een barbecue in de openbare tuin lawaai. Er zijn dus mensen die
daar last van hebben. Die zouden het liefst besluiten dat er geen
lawaaierige barbecue mag. Maar het is publieke ruimte dus je kunt als
collectief veel besluiten, maar niet wat iemand in de openbare ruimte
niet mag doen. Wie dan voor zijn recht opkomt om bijvoorbeeld in de
tuin te mogen roken, wordt al snel gezien als zeur. Voor de barbecue gelden dus ook de regels die je elders rond openbare ruimte hebt en niet meer dan dat. Het
besluit om in onze tuin roken te verbieden zou onrechtmatig zijn. Geen lawaai meer in de tuin na half negen 's avonds zou dus ook niet besloten kunnen worden. Versterkte muziek is natuurlijk wat anders. (Het is
voor zover ik weet ooit voorgesteld)
Waarborgen voor individuen stevig vastgelegd
Gelukkig zijn er in de maatschappij ook
waarborgen voor het individu. Zo zijn er rechten vastgelegd zoals het
eigendomsrecht. Ooit waren enkele bewoners bang dat een van de mensen
zijn huis zou onderverhuren. Dat wilde men niet, want wie zou daar
wel niet in kunnen komen te wonen? Maar het eigendomsrecht is goed
verankerd: je mag zelf beslissen of je je huis onderverhuurt, alleen
als die onderhuurders overlast veroorzaken hebben de buren het recht
om daar iets tegen te beginnen. Je mag vrijheid van individuen niet
zomaar beperken, er moet altijd een wettelijke basis voor zijn. Je
recht gaat zover tot de overlast die je anderen geeft. Je vrijheid
gaat zo ver tot je de vrijheid van anderen beperkt. Het ooit
aangekaarte verbod op onderverhuur is daarom nooit op de agenda van
de vergadering gekomen.Gelukkig, want het zou een onaangename (en nutteloze) discussie zijn geweest tussen de mensen die het willen verbieden en de persoon die op zijn recht staat (en dus helemaal niet in discussie hoeft te gaan).
Maar een ander punt is wel op de agenda gekomen.
Zo mag je eisen dat mensen een bijdrage betalen aan de vereniging,
maar mag je niet eisen dat ze aan het werk gaan voor de vereniging.
Je mag geen corvee afdwingen van mensen die de ruimte verder niet
gebruiken. Als je dat opmerkt, bijvoorbeeld over het schoonmaken van
de collectieve ruimte buitelen mensen over mij heen om dat alsof ik
“in strijd met de geest van de Kersentuin” handel. Terwijl
er mensen zijn die nooit van die ruimte gebruik maken en er wel aan
meebetalen, die echt bezwaar hebben, maar die durven of willen niet
op de vergadering te komen. Het zijn er helemaal niet veel, maar die
uitzonderingen moet je ook hun individuele rechten gunnen.
Mensen die stevig in hun schoenen staan
Zo verliest het collectief uit het oog
dat je erg voorzichtig moet zijn om de rechten van het individu te
beperken. Dat mag alleen bij wet of door het vooraf in de bij de
notaris vast te leggen in de splitsingsakte. Beroep je je op dat
individuele recht, dan moet je plotseling stevig in je schoenen
staan. En dat zou niet moeten.
Nu moet gezegd worden dat de Kersentuin
bevolkt is met redelijke mensen. Men is bereid naar elkaar te
luisteren en de rust te nemen om iemand uit te laten praten. Dat
vergt wat tijd, want in eerste instantie ga je nogal tegen de
collectieve gedachte in. Je verpest het feestje!
Waarmee we maar weer zien dat een
democratie niet alleen rechten van individuen nodig heeft, maar ook
mensen die redelijk zijn en naar elkaar luisteren. .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten