vrijdag 15 maart 2019

Participatieve democratie versus representatieve democratie

In ons democratische systeem is op verschillende manieren ingebouwd dat de bestuurders geen misbruik maken van hun gegeven macht. Ik hoor vaak ongenoegen over de representatieve democratie. Partijen doen niet wat ze beloven, luisteren niet naar "ons soort mensen". Liever nemen mensen dan het heft in eigen handen en kiezen voor participatie in plaats van representatie. 

De klacht over partijen die niet luisteren is natuurlijk bekend en daarom is al een goede tegenmacht tegenover de bestuurders vastgelegd. Uiteraard de verkiezingen na vier jaar, waarbij je ziet dat te weinig aandacht geven aan ongenoegen in de samenleving leidt tot opkomst van nieuwe partijen, zeker als het een specifiek thema is, waar ontevredenheid over is. Daar komt de bescherming van de rechtsstaat bij: de regering moet zich aan de gestelde regels houden, anders kunnen de mensen naar de rechter stappen om gelijk te krijgen. Het gaat  om de spreiding van wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. Zij kunnen elkaar dan controleren en verbeteren.

Participatieve democratie is de nieuwe tegenstrevende macht
Daar is nu de participatieve democratie naast aan het ontstaan. Dat is eigenlijk een nieuwe tegenstrevende macht. Naast de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht, de zelf-bestuurlijke macht. Ik hoor wel eens dat de representatieve democratie niet functioneert en dat het bestuur weer bij de bewoners moet komen. Ik zie ook dat de participatieve democratie schuurt met de representatieve democratie. Anders dan anderen vind ik dit juist goed.

Niet in plaats van maar naast
Participatieve democratie is niet het nieuwe stelsel in plaats van de representatieve democratie, maar een nieuwe tegenstrevende macht. Meer zelfbestuur omdat het kan en omdat de representatieve democratie door schaalvergroting steeds verder weg is gekomen.

Uit niets blijkt dat de rol van verkiezingen voorbij is. Als ik de opkomst van lokale lijsten zie en zie hoe nieuwe partijen in de Tweede Kamer een stem krijgen, dan blijkt juist dat de representatieve democratie een vaste plaats moet houden. Bij de participatieve democratie is weliswaar meer kennis van de lokale situatie, maar er zijn nog altijd overstijgende thema's waar andere belangen spelen. Bovendien zijn er nu eenmaal ook mensen die zich niet thuis voelen in de plaatselijke arena en liever hebben dat hun vertegenwoordigers goede kaders opstellen. (Lees hier) Mensen die actief zijn in de participatie zijn zeker geen vertegenwoordiging van de lokale bevolking.

Overigens: in veel gevallen is participatie beter dan representatie. Net zo goed als het voorkomen van een gang naar de rechter beter is dan de gang naar de rechter.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten