woensdag 11 september 2013

Bezuinigingen en de grote stad

Het is niet voor niets een van de vier grote steden die naar de rechter wil gaan vanwege de bezuinigingen op de thuiszorg. Volgens de bezuinigingsplannen krijgen gemeenten per 2015 veertig procent minder geld voor huishoudelijke hulp. De gedachte is dat mensen eerst moeten kijken in hoeverre zij hulp kunnen vinden in hun eigen netwerk en pas dan naar de gemeente kijken voor thuishulp. Dat zou veel geld kunnen besparen. Maar wat in de ene gemeente kan, zal in de andere gemeente niet lukken.

Zoals wel vaker is het vrij algemeen vormgegeven beleid. De gedachte erachter is aardig (natuurlijk eerder ingegeven vanuit de drang te bezuinigen en de gedachte dat de overheid kleiner moet zijn). En, laten we eerlijk zijn, in veel gevallen krijgen mensen hulp die ze eigenlijk zelf best hadden kunnen organiseren of zelf kunnen betalen. Maar laten we beide zaken (zelf betalen en hulp van omgeving krijgen) een bekijken. Dan zullen we zien dat de besparing niet in alle gemeenten even groot uitvalt. Juist grote gemeenten zullen het voor hun kiezen krijgen. Terecht overweegt Den Haag naar de rechter te stappen.

Mensen kunnen hulp zelf betalen
Gemiddeld gesproken zijn de inkomens in de ommelanden hoger dan in de grote stad. In “Inkomensspreiding in en om destad” trekt Aldert de Vries de conclusies:
- De stad dreigt een (te) grote achterstand op te lopen ten opzichte van zijn omgeving.
 -Binnen de stad dreigt een toenemende inkomenssegregatie, waardoor de problemen van achterstandswijken groter kunnen worden. 

Interessant is vooral zijn nuancering, waardoor hij het verschil in inkomen tussen stad en ommeland wat in perspectief plaatst. “Als het inkomen wordt benaderd in termen van koopkracht (...), is de achterstand van de stad gereduceerd tot 6,1 procent. Dit is met name te verklaren door de grote verschillen in huishoudensamenstelling. In de stad wonen relatief veel verdienende alleenstaanden; in het ommeland is het aantal gezinnen met kinderen groot". Dat is interessant als we kijken naar het zelf betalen: In de grote stad zitten minder mensen die de hulp zelf kunnen betalen en ze zijn vaker alleenstaand.

Mensen kunnen een beroep doen op hun omgeving
Ook hier is de grote stad weer in het nadeel. Er wonen meer alleenstaanden en er is meer etnische diversiteit. Ja, ik weet: etnische diversiteit hangt positief samen met tolerantie voor buren van een ander ras, vooral bij inwoners met een benedengemiddeld inkomen. Maar er is wel minder contact en als er minder contact is, zal dat de kansen dat men voor elkaar gaat zorgen verkleinen. De anonimiteit van de grote stad heeft veel voordelen, maar juist op het punt van zorgen voor elkaar is het minder.

Gemeenten moeten meer dan vroeger kijken wat mensen zelf kunnen doen en zij kunnen daardoor geld besparen. Die mogelijkheid om mensen meer zelf te laten doen is echter vooral in de grote stad als den Haag moeilijker. In de onderhandeling tussen gemeenten en rijk wordt natuurlijk gesproken over het budget dat overgedragen wordt. Maar daar wordt op basis van algemene onderzoeken berekend wat gemeenten kunnen bezuinigen op de thuishulp.

Grote gemeenten worden nogal eens gezien als het trekpaard van de economie. Daar kunnen de creatieve krachten zich onttrekken aan de verstikkende sociale controle en kunnen zij nieuwe diensten, nieuwe technologieën en nieuwe vormen ontwikkelen. Maar grote steden trekken ook armoede aan. De anonimiteit geeft lucht, maar leidt minder snel tot zorg voor elkaar.

De kans dat Den Haag 40% kan bezuinigen op de huishoudelijke hulp is veel kleiner dan de kans dat pakweg de gemeente Gemert Bakel dat kan. Juist in de grote stad is de overheid onmisbaar.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten