Steken de burgers de handen meer uit
de mouwen zodra de overheid zich terugtrekt? Nee! In een artikel met Peter
Kanne en Job van den Berg gaf ik al aan dat dat niet lukt. Wij zien
het in sommige buurten gebeuren. Maar de ene buurt is de andere niet.
Burgers hebben niet altijd de vaardigheden om gezamenlijk over de
inrichting van de publieke ruimte te beslissen, maar ook de interesse
is bij de een aanwezig en bij de ander niet. Daar kunnen gemeenten en
corporaties best op inspelen.
Op burgers zit geen reset knop om weer
zelf verantwoordelijkheid te nemen. Het is zeker geen one size fits
all. De ene burger is bereid om zelf iets te doen, de ander vindt dat
hij al genoeg betaalt aan de overheid. En als iemand niet wil, zo
blijkt meer dan vroeger, zal de ingreep van de overheid niet werken.
Nu al zien we dat de ene buurt meer zelf aanpakt en de publieke
ruimte beter vrij houdt van zwerfafval dan de andere buurt.
Terugtrekken door de overheid kan dan leiden tot buurten die floreren
naast buurten die verloederen. Terwijl het niet zo vreemd is om eerst
aan burgers te vragen wat zij zelf willen, gebeurt dat niet.
Hoe moeten overheden, corporaties en
andere organisaties daar op ingaan? Het begint met verschillende
buurten verschillend behandelen! Dat is lastig. Ambtenaren zijn juist
erg gespitst op het voorkomen van precedenten. Zonder aanziens des
persoons oordelen, geen willekeur etcetera. Dat is ook een groot
goed, maar het probleem is dat op het oog gelijke buurten bij nadere
inspectie niet gelijk blijken te zijn. Corporaties zijn er al iets
beter in. Bij mijn eigen buurtje zie ik dat al: twee straten verder
is minder burgerkracht dan bij ons.
Extra inspanning alleen waar nodig
Juist waar geen vruchtbare bodem is, is
extra inspanning van de gemeente nodig. Bezuinig je in zwakke buurten
op buurthuizen en voorzieningen, dan is de kans groot dat de
aanwezige infrastructuur verdwijnt. Juist daar zullen bezuinigingen
een soort vliegwieleffect teweeg brengen. Daar valt de bezuiniging
extra zwaar uit. Waar wel vruchtbare bodem is, hoeven bezuinigingen
niet zwaar toe te slaan. Maar daar zullen de bewoners extra sterk
zijn in het opzetten van een lobby om het geld te behouden. Want die
weten zich nu eenmaal te organiseren.
Het gaat niet per se om hoger
opgeleiden versus lager opgeleiden of arm of rijk. Neem Samantha
(“Barbie”) en Michael (wekelijks te zien in “Samantha en Michael willen rust in de tent”). De ouders van Samantha zorgen
voor hun kinderen die vlak in de buurt wonen en andersom. De
participatiesamenleving is niet nieuw, maar eeuwenoud.
Maar de stad brengt wel meer
anonimiteit en de mogelijkheid om je terug te trekken en minder van
anderen aan te trekken. Zorgde vroeger de kerk nog voor het bij
elkaar houden van de buurt, nu is er geen vanzelfsprekend mechanisme. En in sommige buurten wonen die mensen bij elkaar, dan ontstaan problemen. Met TNS NIPO heb ik daarvoor een
indeling gemaakt.
Ruimte waar kan
In buurten waar kracht aanwezig is (bewoners uit het paars en geel kwadrant overheersen), kan
de overheid daar op inspelen. Met het stimuleren dat bewoners het
publieke groen verzorgen, of dat bewoners die hulp nodig hebben
elkaar makkelijker kunnen vinden (onze buurtwebsite is een
uitkomst!).
Corporaties zouden bewoners de mogelijkheid kunnen bieden zelf kleine reparaties uit te voeren in de collectieve ruimten en de besparing die dat oplevert stoppen in een buurtpot. In VvE's met huurders kunnen de huurders zelf stemmen in plaats van dat aan de corporatie over te laten. In andere buurten moet je toch vasthouden aan huismeesters en die inzetten om de bewoners de kans te geven elkaar beter te leren kennen. Waar de kracht zwak is (waar vooral mensen uit rood wonen), moet je korte termijnacties organiseren, waar die sterk is kun je verantwoordelijkheid geven.
Corporaties zouden bewoners de mogelijkheid kunnen bieden zelf kleine reparaties uit te voeren in de collectieve ruimten en de besparing die dat oplevert stoppen in een buurtpot. In VvE's met huurders kunnen de huurders zelf stemmen in plaats van dat aan de corporatie over te laten. In andere buurten moet je toch vasthouden aan huismeesters en die inzetten om de bewoners de kans te geven elkaar beter te leren kennen. Waar de kracht zwak is (waar vooral mensen uit rood wonen), moet je korte termijnacties organiseren, waar die sterk is kun je verantwoordelijkheid geven.
De participatiesamenleving vorm geven
is eigenlijk een hele leuke opgave!
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderen