Politici hebben meer dan anderen
behoefte aan bevestiging. Degene die het ontstellend leuk
vindt veel stemmen te krijgen heeft een voordeel boven degene die
daar minder op gericht is, er is dus een natuurlijke selectie. Dat is niet per se slecht: het kan een
heel goed mechanisme zijn om te zoeken naar wat mensen beweegt en
waar mensen boos over zijn. Pim Fortuyn is een mooi voorbeeld. Een
politicus die stemmen weet te verwerven door een fijn gevoel voor
waar mensen boos over zijn is een sieraad voor de politiek. Maar er
ontstaat dan direct een gevaar. Het zijn mensen op zoek naar applaus
en zij lijden vaker dan anderen aan een zelfbevestigend vooroordeel. Zij moeten meer tegenkracht krijgen!
Zelfbevestigend vooroordeel
Komen deze politici aan de macht, dan
ontstaat er een probleempje. Deze mensen zijn meer dan anderen
gevoelig voor self serving bias, het zelfbevestigende
vooroordeel. Het zelfbevestigende vooroordeel zegt dat deze mensen
succes aan zichzelf te danken hebben en mislukking aan anderen te
wijten zijn. Dat mechanisme zorgt voor meer “applaus”. De leraar
die een falende leerling meemaakt wijt dat aan de gebrekkige
inspanning van de leerling, terwijl de succesvolle leerling een
voorbeeld is van zijn kwaliteiten als leraar. Politici die hier last
van hebben omringen zich ook graag met mensen die hen daarin gelijk
geven. Dat is tevens een van de grootste valkuilen voor alle mensen
met macht: het wegorganiseren van tegenkracht. Van Rey en
Hooijmaijers zijn voorbeelden van politici die veel last hebben van
zo'n zelfbevestigend vooroordeel.
Lokale rekenkamers en lokale pers
In de gemeenteraad zitten gelukkig niet
alleen mensen die behoefte hebben aan bevestiging, bovendien kunnen
ze meestal tegenkracht niet zomaar wegorganiseren. Niet zomaar, maar het gebeurt
wel, helaas.Er zijn natuurlijk waakhonden zoals de pers en de lokale rekenkamers. Juist die zijn minder sterk geworden. En dat terwijl de begrotingen van de gemeenten met gezamenlijk miljarden zijn toegenomen vanwege de nieuwe taken van de
gemeenten.
Ruim zestig procent van de gemeenten
heeft de afgelopen jaren bezuinigd op het budget van de gemeentelijk
rekenkamer. Burgers in een plaats met minder dan 50.000
inwoners (bijna 8 miljoen Nederlanders), krijgen aanzienlijk minder
lokaal nieuws onder ogen dan inwoners van plaatsen met meer dan
50.000 inwoners, zo blijkt uit een onderzoek van het
Stimuleringsfonds voor de pers. En gemeenten groter dan 50.000 inwoners staan ook al niet zo stevig onder de schijnwerpers van de pers. Ik las dat Delft het dieptepunt was: "waar wel bijna 100.000 mensen
wonen, maar waar op het internet nauwelijks nieuws te vinden is over de
lokale politiek". Journalisten zijn nu eenmaal mensen en arbeidskracht kost geld. Onder druk van bezuinigingen zijn
regionale media en de lokale rekenkamers niet meer in staat het lokale bestuur te controleren en tegen te spreken. Bezuinigingen die zorgen dat verspilling en verkeerde prioriteiten geld gaan kosten.
Roep de politiek tot orde
De Wet van het zelfbevestigende
vooroordeel zegt nu dat juist succesvolle politici die veel aanhang
hebben meer de neiging hebben om in de fout te gaan. Niemand die hen
nog op tijd tot orde roept.Wat vinden we hier op? Organiseren we meer burgerjournalistiek? Subsidiëren we de lokale pers? Geven we rekenkamers een vast budget, waar het bestuur niet aan kan tornen? Maken we ambulante rekenkamers die steekproefgewijs de gemeente doorlichten? Duidelijk is dat we op stemmen alleen niet kunnen rekenen. Niet alleen is die vier jaar wat lang, we moeten ook meer weten over wat de mensen doen.
P.S. Een ding hebben we gelukkig: de provincie kijkt naar de financiële positie (risico's en het aangaan van schulden). Maar weten jullie of die provincies dat goed doen? Hm, tja, maar niet vergeten te stemmen hoor op 18 maart!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten