Gisteren kwam mijn tante langs. Ze had helaas niet het goede huisnummer bij zich en zocht of ze misschien een telefoonnummer had. Tot haar verbazing
sprak iemand haar aan die haar zag zoeken en vroeg waar ze moest zijn. Toen m'n tante mijn
naam noemde was de reactie meteen: “o, Hein en Jacobine, ja, die
wonen daar op de hoek op nummer 1”. Het verbaasde mijn tante.
Ons verbaasde het niets: iedereen kent elkaar in ons buurtje. Toch is
het goed er eens bij stil te staan dat dat kennen van elkaar een
enorme bijdrage levert aan de kwaliteit van de buurt. Lastig is wel:
het verstoren van de buurt kan je als individu, het verbeteren van de
buurt is een groepsproces.
Openbaar groen en winkels, maar ook omgang met elkaar: groepsgedrag
Wat zijn die zaken die je blij maken
over je buurt? Daar heeft de ruimtelijke ordening van je buurt wel
iets mee te maken. De aanwezigheid van winkels in je buurt en
voldoende openbaar groen leveren zeker een belangrijke bijdrage. Maar
de belangrijkste bijdrage levert de omgang met je buren. Niet dat je
de grootste vrienden van elkaar hoef te zijn: gewoon elkaar kennen en
groeten is al heel mooi. Dat betekent tegelijk dat je een belangrijke
bijdrage kunt leveren aan je buurt: groet je buurtgenoten. Toch is
dat niet zo'n gemakkelijk recept: Het gaat er immers om dat de
anderen ook groeten. Het gaat om groepsgedrag. Andere blijmakers zijn
bewoners die rekening houden met elkaar, alerte buurtbewoners en
sociale controle. Om de blijmakers in je buurt te krijgen of te
behouden heb je een groepje nodig. Dat is, hoe burgerlijk het ook klinkt: burgerschap!
Ergernis wekken kan je in je eentje
Een ergernis in de buurt is veel
gemakkelijker verzorgd. Dat hoeft maar één buurtgenoot te zijn.
Neem de traditionele ergernis over hondenpoep. Deze staat nog altijd
op nummer 1 van de ergernissen. Eén buurtgenoot is genoeg om dit
voor elkaar te krijgen. Denk verder aan overlast door onbeschoft
gedrag, het laten slingeren van vuilnis, vandalisme of te hard
rijden. Het gaat hier dus over individueel gedrag.
Lang hebben we daarvoor de aanpak van
dat individuele gedrag bij de overheid neergelegd. Dat is nu
veranderd. Het viel de onderzoeker van ergernissen en blijmakers, Peter Kanne, op dat burgers
vooral naar elkaar kijken en niet heel erg naar de overheid. "Van
de ergernissen die een activiteit van bijvoorbeeld de gemeente of de
politie behelzen, haalde alleen de 'afwezigheid van politie in de
buurt' de ergernissen top tien. Terwijl veel meer van dit soort
overheidsactiviteit werd voorgelegd". Dat betekent dat we
ons meer realiseren dat het gedrag van onze buren met hun hond of hun
auto niet in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de
overheid is.
Ergernissen hoeven niet altijd op te
treden, maar blijven lang hangen. De mooie kanten besef je je soms
niet meer.
Groen doen verbetert de buurt
Misschien is het gezamenlijk
onderhouden van een stukje groen in je buurt daarom zo'n goed middel:
je leert elkaar kennen, hebt een vast moment om te bekijken wat goed
gaat in de buurt en je helpt elkaar er aan herinneren hoe je geboft
hebt met je buurt. Toch goed om je bewust te zijn van de
blijmakers in de buurt en daar met buurtgenoten af en toe over te
spreken. Het kost even wat moeite, maar je krijgt er veel voor terug.
De Top 10 van Ergernissen
|
De Top 10 van Blijmakers:
|
P.S. Overigens is ook opvallend dat beleidsmatige zaken, of gemeentelijke keuzen die burgers direct kunnen beïnvloeden (zoals voldoende parkeerplaatsen) als heel belangrijk worden gezien door de ambtenaar, terwijl de burger daar toch minder belang aan hecht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten