Just in Time management was een hit in
de jaren tachtig. Het is een logistieke methode voor
voorraadbeheersing uit Japan. Het betekent "precies op tijd"
leveren wat de klant of ketenpartner nodig heeft. Logistiek is nu
echter niet meer het enige dat just in time moet. Just in time
produktie, just in time zorg, just in time vastgoed. Flexibiliteit is
eigenlijk overal nodig. In de productie, maar ook de aanwezigheid van
winkels, diensten en zorgarrangementen.
Scheiding wonen en zorg
Met Just in time ondernemen zie je
hetzelfde als met de logistiek. Je wilt als fabrikant niet blijven
zitten met productiecapaciteit voor energie, met werknemers of
vastgoed. Dat vraagt om flexibele contracten, bouwen met het oog op
verandering en de mogelijkheid om dicht bij de klanten te beslissen
over diensten, producten en vormgeving. Het is vooral dat beslissen
dicht bij de klanten dat lastig is.
Wat betekent dat voor de woningcorporaties en zorginstellingen? Het individu gaat verantwoordelijk worden voor zijn woning. Door de scheiding van wonen en zorg is niet meer een zorginstelling inkoper van zorg maar de klant zelf. Dat hebben we gezien bij lichte zorg, waar de gebruiker al dan niet met bekostiging door de gemeente zorg organiseert. Een heidens karwei, want er zijn voorzieningen in zorgcentra waar geen gebruik meer van wordt gemaakt. En het aanbod past niet voor het leveren van zorg in nieuwe regelingen. In beleidstermen: “Het is de vraag of de huidige extramurale prestaties toereikend zijn om deze cliënten van de noodzakelijke zorg in de eigen omgeving te voorzien en of de thuissituatie geschikt is voor het leveren van de zorg”.
Wat betekent dat voor de woningcorporaties en zorginstellingen? Het individu gaat verantwoordelijk worden voor zijn woning. Door de scheiding van wonen en zorg is niet meer een zorginstelling inkoper van zorg maar de klant zelf. Dat hebben we gezien bij lichte zorg, waar de gebruiker al dan niet met bekostiging door de gemeente zorg organiseert. Een heidens karwei, want er zijn voorzieningen in zorgcentra waar geen gebruik meer van wordt gemaakt. En het aanbod past niet voor het leveren van zorg in nieuwe regelingen. In beleidstermen: “Het is de vraag of de huidige extramurale prestaties toereikend zijn om deze cliënten van de noodzakelijke zorg in de eigen omgeving te voorzien en of de thuissituatie geschikt is voor het leveren van de zorg”.
Risico beleggen? of andere ondernemingsconcepten?
In de gesprekken met woningcorporaties
kom ik vooral gesteggel tegen over wel of niet contracten sluiten
voor langere termijnen. Vroeger was een contract voor 20 jaar simpel
voor corporaties. En de zorginstellingen konden dat waarmaken. Nu
gaat het over vijf of tien jaar en vinden zorginstellingen dat er
meer risico bij woningcorporaties moet liggen (zij moeten maar zorgen
voor nieuwe huurders), terwijl de corporaties dat te riskant vinden
(de locaties zijn ingericht voor een bepaald type zorg en dat is niet
gemakkelijk opnieuw te verhuren). Scheiden van wonen en zorg betekent
dat de corporaties huur vragen voor de woningen in het
verzorgingshuis. Maar die huur biedt meestal geen dekking voor de
kosten van bijvoorbeeld de gezamenlijke huiskamer, de recreatiezaal,
de receptie en de activiteitenruimten. Dat risico wordt nu besproken. Bij wie ligt dat? Maar het blijft een algemene
oplossing voor specifieke vragen. Toch zoekt met naar dergelijke
algemene oplossingen met middellange contracttermijnen.
Laat ik beiden uit de droom helpen. Er
komen geen langdurig vaste contracten en zelfs de middellange komen
onder druk te staan. De discussie is ook een discussie uit het
verleden. Niet de zorginstelling of de corporatie staat centraal, maar de klant. Als corporaties met zorginstellingen praten moet het gaan
over concepten van just in time zorg.
Verplaatsbaar, aanpasbaar, inpasbaar, verhuurbaar en verbouwbaar
Hoe financier je de zorg als mensen het
werken aan hun gezondheid niet meer zien als gezondheidszorg, maar
als onderdeel van het op orde brengen en houden van hun eigen leven,
met behulp van apps, medicatie, zorg, etc? Het netwerk rond de zorgbehoevende wordt veel belangrijker. Net zoals hun financiële
zaken, gaan ze zelf (of liever hun netwerk) in de gaten houden of het goed
gaat. Daarin hebben vertrouwde professionals ook een plaats, maar die
passen zich aan aan het netwerk rond de patiënt/klant en niet andersom. Het is niet meer een
vraag om een aanbod van wonen en zorg, maar er zijn zorgvragen en
woonvragen. Hoe gaan die er uit zien? Wat is verplaatsbaar,
verbouwbaar, verhuurbaar, aanpasbaar en koppelbaar? Wat willen de klanten nu en wat in de toekomst? Niet risicoverdeling, maar co-productie of
liever netwerkproductie wordt het woord. Scheiden van wonen en zorg betekent niet dat de corporaties niet meer hoeven na te denken over de zorg, het is juist zo dat deze scheiding meer overleg en denkkracht vraagt!
Zo kom ik op just in time ondernemen.
De overheid is immers geen vaste voorspelbare financier meer en
individuen die betalen vragen verschillende opties. Het is niet meer
one size fits all.
Just in time ondernemen is riskant,
want de ingeschatte vraag (vragen) en capaciteit moet voortdurend
bijgesteld worden. En de overheid bekostigt binnenkort niet meer via
de ‘Subsidieregeling voortzetting zorginfrastructuur 2015-2017,
want die is immers tijdelijk.
Zijn corporaties, zorginstellingen en
professionals daar al klaar voor? En wat betekent dat weer voor de buurten waarin meer zorgvragers komen. Zijn de gemeenten daar klaar voor als we het hebben over leefbaarheid en sociale samenhang?
Ik ben op zoek naar goede voorbeelden. Wie helpt mij daar aan?
P.S. dit is slechts één van de uitdagingen voor de flexibele stad!
Ik ben op zoek naar goede voorbeelden. Wie helpt mij daar aan?
P.S. dit is slechts één van de uitdagingen voor de flexibele stad!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten