vrijdag 1 maart 2013

Rechtvaardigheidsgevoel

Stel je krijgt 1000 euro onder twee voorwaarden : 1. je moet iets aan de buurman geven en 2. hij heeft een veto over de verdeling, maar in dat geval dan krijgen jullie allebei niets. Als jij 800 euro aan jezelf geeft en hem maar 200, dan zul jij in de meeste gevallen met niets overhouden. Dat onrechtvaardigheidsgevoel zie je al in apen en het is een oergevoel. 

Bij buurvrouwen heb je iets meer kans dat je er mee weg komt, maar niet veel. Vooral mannen zullen liever niets krijgen dan dat ze accepteren dat jij meer krijgt dan zij. De woede wordt vooral gevoed door de gedachte dat jij er niets bijzonders voor gepresteerd hebt. Affijn. Sjoerd van Keulen van SNS weet nu alles over die woede.

Het is dit gegeven dat de SP groot maakt en een politieke factor van belang maakt. En niet zozeer door hun standpunten, maar door de hechte gemeenschap die ze vormen. Een hechte gemeenschap van mensen met minder kansen in de maatschappij. Die hechte gemeenschap zorgt ervoor dat de politici steeds beseffen dat ze bekeken worden en gekeken wordt of ze voor zichzelf een betere verdeling bepleiten dan voor de anderen. 

Zo'n sociale controle was er vroeger ook in de AR, de CPN, de PvdA en de andere partijen omdat er een sterke verbondenheid was met de eigen gemeenschap. Zo hielden ze de elite enigszins bij de les, zij het dat de verrijking in de verborgenheid ook zeker plaats vond. Er is in zo'n gemeenschap ook een sterke neiging de rijen te sluiten tegenover de buitenwereld. 

Een tweede kracht van zo'n gemeenschap als de SP is dat ze strenge en eenduidige regels hebben. Het is gemakkelijk je steeds te beroepen op solidariteit en als je een duidelijke vijand kunt aanwijzen. Iedereen begrijpt de geschreven en ongeschreven regels. 

Een oud CPN-er heeft ooit gezegd dat zijn periode bij de CPN zo gelukkig was omdat hij nergens aan twijfelde. Tot hij dat wel deed, hardop zei en er uit werd gezet. Want niet altijd ligt het voorbeeld zo duidelijk als bij het aanbod van 1000 euro te verdelen met de buurman. Altijd staat er wel iemand op die zegt een hard werkende Nederlander te zijn die ook recht heeft op meer dan zijn buurman. Vaak ten onrechte, maar niet altijd. Tegenover het elkaar bij de les houden staat een versimpeling van de werkelijkheid. De les moet niet te genuanceerd zijn.

Gisteren zag ik een documentaire over de cultuur van de socialisten. Daarbij bekropen mij die zelfde tegenstrijdige gevoelens. Mooi dat mensen elkaar bij de les houden om te zorgen dat ze zichzelf niet meer toedelen dan de ander. Maar die gemeenschap is ook verstikkend. Als er genoeg tegenover staat, blijft de gemeenschap bestaan en bij mensen met weinig kansen blijft er bij de SP genoeg tegenover staan. 

Bij andere partijen stond er niet genoeg tegenover. De aanhang kreeg meer kansen en werd welvarend. Toch zat die hechte gemeenschap er vroeger ook bij de andere partijen wel in. Ook zij beriepen zich op meningen die niet ter discussie mochten staan. In het vroegere blad de Waarheid (van de CPN) stond een rubriek met meningen van lezers. Die heette “Ik zie het zo”, en werd door mij altijd gelezen als “Ik zie het ook zo

Mijn oom Hein (zet hem in het lijstje van CNV, gereformeerd, AR) had de neiging om vriendelijk in te brengen in een debat dat “Het natuurlijk zo is dat ...”. Stond je al op 1 – 0 achterstand omdat jij blijkbaar tegen een algemeen geaccepteerd gegeven inging.

Het lijkt mij verstikkend door het idee dat het collectief belangrijker is dan het individu. Verrijking vind ik niet zo nodig, maar geestelijke verrijking des te meer. Dan blijk ik meer een anarchist of libertair dan een socialist. Maar die gemeenschap die elkaar bij de les houdt en oplet of iemand zich plotseling meer toe-eigent zonder dat daar enige reden toe is, blijft een sterke gemeenschap.

In tijden van overvloed en welvaartsgroei misschien niet, maar in tijden van crisis en teruggang is zo'n gemeenschap sterker dan de losse verzameling individuen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten