Stel je krijgt 1000 euro onder twee
voorwaarden : 1. je moet iets aan de buurman geven en 2. hij heeft
een veto over de verdeling, maar in dat geval dan krijgen jullie
allebei niets. Als jij 800 euro aan jezelf geeft en hem maar 200, dan
zul jij in de meeste gevallen met niets overhouden. Dat
onrechtvaardigheidsgevoel zie je al in apen en het is een oergevoel.
Bij buurvrouwen heb je iets meer kans dat je er mee weg komt, maar
niet veel. Vooral mannen zullen liever niets krijgen dan dat ze
accepteren dat jij meer krijgt dan zij. De woede wordt vooral gevoed
door de gedachte dat jij er niets bijzonders voor gepresteerd hebt.
Affijn. Sjoerd van Keulen van SNS weet nu alles over die woede.
Het is dit gegeven dat de SP groot
maakt en een politieke factor van belang maakt. En niet zozeer door
hun standpunten, maar door de hechte gemeenschap die ze vormen. Een
hechte gemeenschap van mensen met minder kansen in de maatschappij.
Die hechte gemeenschap zorgt ervoor dat de politici steeds beseffen
dat ze bekeken worden en gekeken wordt of ze voor zichzelf een betere
verdeling bepleiten dan voor de anderen.
Zo'n sociale controle was er
vroeger ook in de AR, de CPN, de PvdA en de andere partijen omdat er
een sterke verbondenheid was met de eigen gemeenschap. Zo hielden ze
de elite enigszins bij de les, zij het dat de verrijking in de
verborgenheid ook zeker plaats vond. Er is in zo'n gemeenschap ook
een sterke neiging de rijen te sluiten tegenover de buitenwereld.
Een tweede kracht van zo'n gemeenschap
als de SP is dat ze strenge en eenduidige regels hebben. Het is
gemakkelijk je steeds te beroepen op solidariteit en als je een
duidelijke vijand kunt aanwijzen. Iedereen begrijpt de geschreven en
ongeschreven regels.
Een oud CPN-er heeft ooit gezegd dat zijn
periode bij de CPN zo gelukkig was omdat hij nergens aan twijfelde.
Tot hij dat wel deed, hardop zei en er uit werd gezet. Want niet
altijd ligt het voorbeeld zo duidelijk als bij het aanbod van 1000
euro te verdelen met de buurman. Altijd staat er wel iemand op die
zegt een hard werkende Nederlander te zijn die ook recht heeft op
meer dan zijn buurman. Vaak ten onrechte, maar niet altijd. Tegenover
het elkaar bij de les houden staat een versimpeling van de
werkelijkheid. De les moet niet te genuanceerd zijn.
Gisteren zag ik een documentaire over
de cultuur van de socialisten. Daarbij bekropen mij die zelfde
tegenstrijdige gevoelens. Mooi dat mensen elkaar bij de les houden om
te zorgen dat ze zichzelf niet meer toedelen dan de ander. Maar die
gemeenschap is ook verstikkend. Als er genoeg tegenover staat, blijft
de gemeenschap bestaan en bij mensen met weinig kansen blijft er bij
de SP genoeg tegenover staan.
Bij andere partijen stond er niet
genoeg tegenover. De aanhang kreeg meer kansen en werd welvarend. Toch zat die hechte gemeenschap er vroeger ook bij
de andere partijen wel in. Ook zij beriepen zich op meningen die niet
ter discussie mochten staan. In het vroegere blad de Waarheid (van de
CPN) stond een rubriek met meningen van lezers. Die heette “Ik zie
het zo”, en werd door mij altijd gelezen als “Ik zie het
ook zo”
Mijn oom Hein (zet hem in het lijstje
van CNV, gereformeerd, AR) had de neiging om vriendelijk in te
brengen in een debat dat “Het natuurlijk zo is dat
...”. Stond je al op 1 – 0 achterstand omdat jij blijkbaar tegen
een algemeen geaccepteerd gegeven inging.
Het lijkt mij verstikkend door het idee
dat het collectief belangrijker is dan het individu. Verrijking vind
ik niet zo nodig, maar geestelijke verrijking des te meer. Dan blijk
ik meer een anarchist of libertair dan een socialist. Maar die
gemeenschap die elkaar bij de les houdt en oplet of iemand zich
plotseling meer toe-eigent zonder dat daar enige reden toe is, blijft
een sterke gemeenschap.
In tijden van overvloed en
welvaartsgroei misschien niet, maar in tijden van crisis en teruggang
is zo'n gemeenschap sterker dan de losse verzameling individuen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten